Er is grote behoefte aan ander filmbeleid

“Wat krijg ik daar dan voor?”, schreeuwde de jonge regisseur met veelbelovende carrière in mijn oor tijdens Het Grote Filmfeest, toen ik hem vroeg of hij al lid was van de Dutch Directors Guild (DDG).

Eigenlijk behoor ik uit hoofde van mijn functie natuurlijk vooral reclame te maken voor mijn eigen toko, maar sinds de DDG en het Netwerk dit jaar een aanzienlijk goedkoper gezamenlijk lidmaatschap mogelijk hebben gemaakt voor schrijvende regisseurs of regisserende schrijvers, heb ik te maken met een dubbele loyaliteit.

Vriendelijk, doch enigszins vermanend, wees ik het aanstormende talent erop dat ‘Wat krijg ik daarvoor?’ niet de juiste vraag is. Waar het om gaat is dat je door lid te worden van een beroepsvereniging laat zien dat je solidair bent met je vakgenoten en dat je het bestuur een mandaat geeft om namens jou invloed uit te oefenen op het beleid dat de voorwaarden bepaalt waaronder jij je vak kunt uitoefenen.

Dat er onder scenarioschrijvers grote behoefte is aan een nieuwe koers qua filmbeleid, bleek toen het bestuur van het Netwerk een aantal leden, die onderdeel uit maken van onze denktank, een aantal vragen had voorgelegd variërend van: ‘Kun je schrijven wat je zou willen schrijven?’ tot aan ‘Wat zijn volgens jou de grootste knelpunten binnen de huidige filmindustrie?’

Hoewel een enkeling dik tevreden was en vrijwel iedereen liet aantekenen dat ze het mooiste vak ter wereld hebben, was de belangrijkste conclusie dat er niet alleen een gebrek is aan tijd en aan geld, maar boven alles aan vertrouwen. De vele controlemomenten in de ontwikkeling van een synopsis tot aan een definitieve versie worden ervaren als een belemmering om vrijuit te kunnen schrijven*. Of zoals de scenaristen het zelf verwoordden:

“Je kunt altijd schrijven wat je zou willen schrijven, maar door de manier waarop het nu geregeld is, is er een automatische censuur bij elke stap waardoor echt originele projecten zeer lastig te maken zijn.”

“Voor een speelfilm zit ik soms wel 10x bij het fonds: na een idee-check, na een toezegging van een synopsis, 2x voor een treatment en 2x voor een scenario. Tussen elke indiening zit 2 maanden en soms wisselen de adviseurs in die tijd. Bij één project heb ik er nu 4 gehad. Die lange perioden tussendoor maken het proces zo stroperig dat alle opwinding van het schrijven verdwijnt.”

” Na het maken van vele films en televisiefilms, die ook internationaal bekroond zijn, moet elke stap opnieuw bevochten worden. Ik zou pleiten voor carte blanche voor eerder succes, uitgereikt aan schrijvers. Niet via de producent en ook niet via een vrijplaatsregeling waarbij er toch weer een toetsing is. Er zou een plek moeten zijn waar schrijvers het vertrouwen krijgen om te schrijven.”

Op basis van de feedback van onze denktank zijn we tot een aantal aanbevelingen gekomen, die we in gesprekken met het Filmfonds, de omroep en het ministerie van OC&W onder de aandacht hebben gebracht. In 2021 start immers een nieuwe vierjarige cultuurbeleidsperiode en gedurende die tijd is het heel moeilijk nog iets aan de koers te veranderen.

Of er naar ons geluisterd wordt, is natuurlijk een tweede, maar als het aan ons ligt moeten schrijvers veel meer in staat worden gesteld om, onafhankelijk van producenten of prijsvragen, oorspronkelijke ideeën te ontwikkelen. Moeten de wachttijden in ontwikkeling worden bekort en zouden schrijvers door een betere beloning meer moeten focussen op minder projecten. Maar boven alles: Geef schrijvers het vertrouwen om datgene te schrijven wat ze het liefst willen schrijven!

Overigens moet wel worden aangetekend dat zolang schrijvers genoegen blijven nemen met onhaalbare deadlines en lage beloningen, wij als beroepsvereniging daar helemaal niks aan kunnen veranderen. Oftewel: Een beter filmklimaat begint bij jezelf. Misschien is het nog niet te laat dit aan het lijstje met goede voornemens voor 2019 toe te voegen. Het nieuwe jaar is net begonnen en hoogstwaarschijnlijk liggen al die andere voornemens toch al in de prullenbak, samen met de voor niks geschreven opzet voor een zomerserie.

In antwoord op de jonge veelbelovende regisseur: soms is het misschien volkomen onzichtbaar wat de beroepsverenigingen doen (hoewel we in het geval van het Netwerk het belang van een maandelijkse borrel, de Dag van het Scenario, de Filmdate-middag, de jaarlijkse Krulstaarten en het onvolprezen magazine Plot niet moeten uitvlakken), maar je krijgt er dus enorm veel voor terug. Aangezien de samenwerking met de regisseurs ook voor het Netwerk onmisbaar is, wil ik op deze plek dan ook heel graag Martijn Winkler, de inmiddels afgezwaaide DDG-voorzitter, bedanken voor zijn onvermoeibare inzet en de nieuwe voorzitter Maarten Treurniet van harte welkom heten.

Dat het maar een mooi en inspirerend filmjaar mag worden!

Pieter Bart Korthuis

*De resultaten van de peiling onder leden van het Netwerk Scenarioschrijvers, DDG en ACT worden 27 februari gepresenteerd op een bijeenkomst van 10.30 tot 13 uur in het Eye Film Museum in Amsterdam. Aanmelden hier.

Wat zoek je?