Oh jee, exposé!

Wanneer we in het dagelijks leven informatie wensen over te brengen aan onze medemens, gebruiken we doorgaans de ouderwetse, maar elke keer weer verrassend efficiënte techniek van het gesproken woord. Niks mis mee toch? Maar om het ook zo aan te pakken in een filmscenario, dat is not done. Dat is een beetje te makkelijk. Van een scenarioschrijver worden slimmere methodes verwacht om ons voor te lichten.

“Dag Jeroen.”
“Dag Kees.”
“Zo, ook zin in een kopje koffie?”
“Nou en of!”
“Zeg Jeroen, hoe gaat het eigenlijk met je zus, Esther? Je weet wel, de ene die kinderarts is, die zou gaan trouwen met haar vriend, met wie ze al samen was sinds hun examenjaar, maar die lul ging er vlak voor de bruiloft vandoor met nota bene haar collega en beste vriendin, dus toen ging zij, je zus bedoel ik dus, werken als tropenarts voor een NGO in – waar was het ook al weer? – Zuid-Soedan, waar ze toen twee weken lang gegijzeld is geweest door rebellen. Hoe is het nu met haar?”

Een schrijver die een scenario aanlevert waarin deze dialoog staat, krijgt van de dramaturgen het vel over de oren, en terecht! Deze dialoog is niets anders dan een krukkige poging om het publiek achtergrondinformatie te verschaffen over een personage. Oftewel exposé, een van de grootste zonden die een scenarist kan begaan.

Alles goed en wel, maar de bovenstaande gegevens konden ook wel eens onmisbaar zijn voor de plot. De hele film draait immers om hoe Esther omgaat met haar trauma. De kijker moet toch begrijpen wie ze was voor ze de straat niet meer op durfde, waar haar woedeaanvallen vandaan komen, waarom ze na een periode van opleving toch weer terugvalt in depressie als ze haar ex met zijn jonge gezin tegenkomt. Hoe moet de kijker het anders te weten komen, als de scenarist het personages niet mag laten zeggen?

Vertellen door conflict

Wat is er nou precies zo vreselijk aan exposé? Een terechte vraag. Soms wordt een stijlmiddel door scenariohandboeken zo dogmatisch tot taboe verklaard, dat we ons nog nauwelijks afvragen waarom, en waardoor we de regel niet meer consequent toepassen. Voice overs en het ontbreken van een character arc zijn ook van die taboes, waarvan niemand zich ooit afvraagt waarom ze eigenlijk taboe zijn.

Het grote bezwaar tegen exposé is dat het de kijker uit de film haalt. Neem die dialoog tussen Kees en Jeroen. Jeroen is natuurlijk al volkomen bekend met de biografie van zijn bloedeigen zuster, en dat Kees die bij de koffieautomaat nog even voor hem opdreunt is volkomen ongeloofwaardig. Het publiek voelt zoiets haarfijn aan. Het voelt de hand van de schrijver, beseft ineens dat het naar een film kijkt en voelt zich niet meer betrokken bij het drama.

Een berucht voorbeeld van slechte exposé is te zien in Inception. Die science fiction-film draait om een stel meesterdieven die in staat zijn in te breken in iemands dromen. Schrijver-regisseur Christopher Nolan bedacht ingewikkelde regels voor hoe dit in zijn werk gaat. Om die aan het publiek te verduidelijken voerde hij een paardenmiddel op, dat wel eens spottend Jack the Explainer, ook Sprechhundtechniek wordt genoemd, hier in de vorm van een nieuweling binnen het team, die wanneer het uitkomt heel opportuun vraagt om uitleg van haar collega’s en die dan ook stante pede krijgt.

Dat wil niet zeggen dat exposé door middel van dialoog per definitie slecht is. Het werkt wél als de dialoog trouw is aan personages en hun situatie in de scène. Goede exposé is gedramatiseerde exposé. Dit is de sleutel, de lakmoesproef voor ieder exposé-moment: is het geloofwaardig dat personage A in situatie X informatie Y deelt met personage B?

De meest logische manier om dat te bereiken is exposé omzetten in ammunitie voor een conflictsituatie. Drama is immers conflict: een personage wil iets en moet obstakels overwinnen om dat te krijgen. Bedenk eens hoe alle backstory van Esther kan worden verwerkt in een scène waarin:

– Kees probeert Jeroen ergens van te overtuigen;
– Jeroen probeert Kees ergens van te weerhouden;
– Kees Jeroen een verwijt maakt;
– Jeroen iets van Kees te weten probeert te komen;
– Kees en Jeroen ruzie hebben over totaal iets anders.

Niet alleen is het in deze situatie logischer dat Kees en Jeroen dingen tegen elkaar zeggen die de ander allang weet, minstens even belangrijk is dat conflict interessant is voor de kijker. Als de scène goed is geschreven (en gespeeld!), raakt de kijker zo meegesleept door het drama, dat de voorlichting over Esther voor kennisgeving wordt aangenomen, zelfs als het er een beetje dik bovenop ligt.

De voorbeelden hierboven zijn tamelijk standaard, er is een directe confrontatie met een wil en een tegen-wil. De meest interessante conflicten zitten vaak van binnen of vinden plaats op verschillende niveaus tegelijk. Denk daarom eens aan de mogelijkheden die opkomen als het publiek op de hoogte is van de dubbele agenda of tegenstrijdige belangen van een van de twee, dat Kees iets weet dat hij voor Jeroen verbogen probeert te houden of dat Jeroen net staat voor het vreselijke dilemma of hij Esther wel of niet gedwongen zal laten opnemen. Hoe meer personages te winnen of te verliezen hebben, materieel, emotioneel en moreel, hoe intenser het conflict.

Character building

Er zijn meer methoden om exposé verteerbaar te maken. De film Cloaca (foto onder) van Maria Goos bevat een lange dialoog tussen gemeenteambtenaar Pieter en zijn advocaat en studievriend Tom, over de vraag of Pieter een stel kostbare schilderijen van zijn werkgever geschonken heeft gekregen of heeft verduisterd. In de uiteenzetting zitten dit soort uitwisselingen verpakt:

“Hoe lang zit jij daar nou?”
“22 jaar, dit jaar 22 jaar.”
“Wat ben je toch een schijterd eigenlijk.”
“Ja… Maar hoezo?”

Grif ermee instemmen dat je een schijterd bent, en dan vragen waarom; het onthult meer over Pieters persoonlijkheid dan in lange psychologisering kan worden gevat. En zijdelings leren we zo ook dat Pieter, die grote artistieke ambities had, al sinds zijn studententijd vastzit in een ondankbaar administratief baantje, maar de moed niet heeft om daaraan iets te doen. (Cloaca is te zien op NPOStart, besproken scène op 00.21.14)


Voor de goede orde, dit artikel beperkt zich tot de kunst van het overbrengen van harde feiten, en gaat niet over het uitwerken van de personages. Dat is een uitdaging die zijn eigen stuk verdient. Wel is het zo dat exposé goed tot zijn recht komt als de feitelijke uitleg wordt  gecombineerd met character building, met andere woorden, als de feiten ook iets onthullen over de persoonlijkheid van personages en de onderlinge verhoudingen. Hybride dialogen kunnen zelfs de meest uitvoerige betogen maskeren.

De scène uit Cloaca is trouwens een juweeltje aan effectieve exposé. Naast het benutten van de conflictsituatie en character building maakt Goos ook gebruik van uitstel als strijdlist. Telkens als Pieter probeert zijn probleem uit te leggen, komt er iets tussen: manische mijmeringen van de net afgekickte Tom of politicus Joep die, volkomen toondoof voor zijn vriends zorgen, moppert over zijn huwelijksproblemen. Het publiek wil graag weten hoe het met Pieter zit, en doordat dat telkens wordt gefrustreerd neemt de nieuwsgierigheid alleen maar toe.

Los daarvan onthullen de interrupties van Tom en Joep veel over hun personages en zijn ze dikwijls ook bijzonder grappig. Exposé werkt het beste als er niet één maar meerdere methodes tegelijk worden ingezet om het te verkopen.

De uitstelstrategie van Cloaca vertelt misschien de belangrijkste regel van exposé: spreid het uit en dan niet alleen over een scène maar door de hele film heen. De kijker kan beter te weinig weten en nieuwsgierig blijven, dan alles weten en interesse verliezen. Vertel het publiek nooit meer dan het moet weten op dat specifieke moment en bewaar de rest voor later. Verstop puzzelstukjes door de hele film heen, en betrek het publiek actief bij het drama door niet alles uit te leggen maar het zelf de verbanden te laten leggen.

Deze strategie werkt bijvoorbeeld fantastisch in een thriller als Chinatown, maar is zeker niet beperkt tot het genre mysterie. Een waar genie in deze tactiek is Koreeda Hirokazu, de Japanse grootmeester van zachtjes voortkabbelende familiedrama’s. Het is een fascinerende oefening om Still Walking of Shoplifters (foto) te kijken en per scène op te schrijven wat we te weten komen en hoe dat stapje voor stapje opbouwt naar een totaalbeeld van de backstory en de complexe verhoudingen.

Onder-exposé

De BBC-serie Bodyguard draait om een moordaanslag op een minister van binnenlandse zaken. Terreurorganisaties, boze oorlogsveteranen en politieke tegenstanders worden allemaal als verdachten aangemerkt. Maar aan het slot wordt ineens tamelijk onverwachts georganiseerde misdaad als hoofdschuldige uit een hoge hoed getrokken. Deze onthulling werkt niet helemaal, omdat de schurk niet veel verder komt dan het cliché van een sinistere man in pak en foute auto en vaag blijft waarom hij de minister dood wilde hebben. 

Wellicht gaf het script oorspronkelijk meer achtergrond, die is geschrapt uit de latere versies. Midden in een spannende actiethriller, zo redeneerden de dramaturgen, heeft niemand behoefte aan uitgebreide criminologische verhandelingen. Ministers van binnenlandse zaken doen nu eenmaal onderzoek naar georganiseerde misdaad en daarom wil de georganiseerde misdaad ze dood hebben. Punt. 

Zie hier een typisch voorbeeld van een gebrek aan exposé. Dat kan net zozeer dodelijk zijn voor de geloofwaardigheid en zeggingskracht van een script als slecht geschreven uitleg. Personages informatie in de mond leggen mag dan worden versleten voor gemakzuchtig schrijven, maar de reden dat exposé dikwijls zo snel wordt afgeschoten is wellicht – en hiermee begeef ik me op glad ijs – ook dat het zo makkelijk is om af te schieten. Voor mensen wier taak het is dingen aan te wijzen die niet goed zijn aan een script is het een stuk simpeler om iedere vorm van toelichting – effectief gedramatiseerd of niet – als fout te bestempelen, in de plaats van het onderliggende dramaturgische fundament te analyseren.

Personages die panisch zwijgen, die niet in staat zijn om de meest basale feitelijkheden met elkaar te delen, doen net zo ongeloofwaardig aan als Kees en Jeroen die bij de koffieautomaat de biografie van Esther afwerken. Laten we niet vergeten dat de mens uiteindelijk een cognitief wezen is, dat in staat is om complexe en abstracte zaken te bevatten. Onze natuurlijke reactie op boeiend gebrachte informatie is geïntrigeerd raken, niet afkeer.

Tricks of the trade

Exposé kun je mooi brengen op tal van manieren. Een aantal voorbeelden:

– In de eerste akte van Witness ontdekt rechercheur John Book dat een moord is gepleegd door corrupte politiemannen, die verbogen willen houden dat ze geconfisqueerde drugs achterover hebben gedrukt. In opeenvolgende scenarioversies werd de uitleg hierover steeds verder afgeslankt en uiteindelijk samengeperst in één scène, waarin Book alles kort en bondig vertelt aan zijn chef. Het tegenovergestelde van de uitstelstrategie kan dus ook werken, wanneer dit soort gegevens slechts bijzaak zijn, zoals het geval was bij Witness. Zo kon de film verder met waar het werkelijk om te doen was: Book die moest onderduiken in de Amish-gemeenschap.

Raiders of the lost Ark en James Bond-films bevatten zogenaamde briefing-scènes, waarin de protagonist wordt voorgelicht over zijn komende missie. Deze vinden doorgaans plaats na de spectaculaire actiesequenties waarmee dit soort films altijd beginnen. Zo’n wervelende opening geeft het publiek een goede adrenalinestoot, waardoor een lange scène met pratende mannen in een kantoor eigenlijk wel een fijne afwisseling is.

– Actie en exposé kunnen ook samensmelten. In The Terminator reist een moorddadige cyborg terug in de tijd om Sarah Connor te doden, de toekomstige moeder van de verzetsleider in de oorlog tegen de machines. Reese, de soldaat die wordt teruggestuurd om Sarah te beschermen, heeft natuurlijk een sterke motivatie om Sarah alles over de toekomst te vertellen. Hij moet immers haar vertrouwen winnen. De exposé is dus trouw aan de situatie en personages. Maar om zijn verhaal niet te langdradig te maken vindt het plaats in scènes waarin Reese en Sarah op de vlucht zijn voor de terminator. Dit maakt deze scènes naast verhelderend ook spannend.

– Bij een bepaald slag van absurde humor kan de meest banale vorm van comic relief exposé verlichten. A Fish called Wanda bevat een scène waarin juwelendief Wanda haar narcistische collega Otto dingen vertelt waar het publiek al mee bekend is, maar omdat Otto voor de spiegel een belachelijk samoerai-oefening staat te doen, wordt de scène toch heel geestig.

Kortom, de trukendoos is boordevol. De getalenteerde scenarist, die gelooft in zijn verhaal, zal de methode vinden die het beste past bij zijn verhaal en zal zich niet laten afleiden door de platitude dat exposé niet mag.

Beeld: Topkapi Films, MovieStillsDB

Wat zoek je?