Naar de bioscoop

Het is vast en zeker waar dat steeds meer Hollywood-blockbusters de kleinere films de bioscoop uit drukken, net zoals het klopt dat het middensegment in diezelfde bioscoop zwaar te lijden heeft onder de populariteit van Netflix en andere streamers. Dat de Nederlandse film daar weer dubbel onder lijdt, omdat die of klein (arthouse) is of op zijn best tot het middensegment behoort, is helemaal jammer.

Los daarvan kun je betogen dat er op dit moment eerder te veel ‘content’ dan te weinig wordt aangeboden, en dat we door de vele (overtollige) bomen het bos soms niet meer zien. 

Toch ben ik diep in mijn hart blij dat er zoveel wordt gemaakt, want dat betekent in elk geval dat er veel mensen aan het werk zijn. Of de schrijvers van al dat moois altijd genoeg betaald krijgen, is een tweede, maar goed, er moet iets overblijven om te wensen en ook om te bevechten.

Waar het me eigenlijk om gaat, is dat er nog altijd – en zeker in deze tijd van het jaar – ontzettend veel goede c.q. bijzondere films in de bioscoop draaien. Van de briljante Koreaanse filmhit Parasite tot de spannende serie-afsluiter Penoza, van het indringende scheidingsdrama Marriage Story tot de fijne feelgood van Mi vida, en van de moderne Agatha Christie-detective Knives out tot de allerlaatste Star Wars (met de originele personages), we hoeven ons geen moment te vervelen.

Als Amsterdammer van geboorte was ik altijd al gezegend met de keus uit een overweldigend filmaanbod, maar de verleiding om dichtbij huis te blijven, wordt steeds groter. De reden? Ik hou van alle bioscopen, maar sinds enige tijd heb ik echt een favoriet. Sinds Studio K in Amsterdam Oost er een derde zaal heeft bijgekregen, zijn mijn geliefde en ik er bijna niet meer weg te slaan. Het aanbod is zo aantrekkelijk en gevarieerd als je mag verwachten, van arthousefilms tot grotere publieksfilms en van jeugdfilms tot (moderne) klassiekers.

En zo mogelijk nog belangrijker: de drie zalen zijn alle drie even goed, dus je hoeft nooit te klagen dat je een keer in een mindere zaal zit, wat bij andere bioscopen helaas nog weleens wil gebeuren. De Filmhallen is groter en aan EYE kleeft wellicht wat meer prestige, maar Studio K is in opmars met, zoals ik op de website lees, dit jaar al meer dan 100.000 bezoekers. 

En nee, los van het feit dat we hier graag ons geld uitgeven – het café-restaurant is ook prima, al zou de kaart iets gevarieerder mogen – heb ik verder geen enkel belang bij deze onderneming. Ik vind het gewoon mooi om te zien hoe het kleine broertje van Kriterion in de loop der tijd tot een volwassen bioscoop is uitgegroeid. Ongetwijfeld zijn er in Nederland veel meer bioscopen die zulke warme gevoelens onder filmliefhebbers oproepen.

En wat ik er met een omweg ook mee wil zeggen: als je echt van film houdt, of als je echt vindt dat de hedendaagse cinema te lijden heeft onder de invloed van Marvel en Netflix, ga dan in de kerstperiode eens wat vaker naar de bioscoop. Daar zijn de makers van al die mooie films heel blij mee. En dan kan Scorsese zijn volgende film ook weer voor de bioscoop maken in plaats van voor Netflix.

Wat zoek je?