‘Mijn analytische kracht is ook mijn zwakte’

Jeroen Scholten van Aschat studeerde af aan de Filmacademie als deel van lichting 2015. In zijn derde jaar schreef hij de eindexamenfilm Onno de Onwetende samen met Viktor van der Valk, die uitgroeide tot de onlangs uitgebrachte speelfilm Nocturne.  Daarnaast schreef hij de speelfilm De Libi samen met Shady el-Hamus, die genomineerd is voor het Gouden Kalf voor beste scenario.

Schrijft u momenteel aan iets?
Momenteel schrijf ik samen met Viktor van der Valk aan onze tweede film De camera, een project dat binnen het Oversteek-traject van het Filmfonds viel. Het is een drama dat zich voltrekt via verschillende personages in diverse lagen van de samenleving, maar het begint bij een jongen die een camera steelt van een vrouw die op haar beurt, om de camera vergoed te krijgen van de verzekering, de diefstal iets aandikt in haar aangifte bij de politie.
 
We willen onderzoeken hoe alledaags kapitalisme beïnvloedt hoe we met elkaar omgaan, hoe we naar elkaar kijken, en hoe we uiteindelijk naar onszelf kijken. Een tragische dans van mensen in een systeem waarin je de vraag kan stellen wie er nog controle over heeft. Het is het moeilijkste dat ik tot nu toe geschreven heb, maar als je jezelf niet uitdaagt word je ook niet beter. 
 
Is schrijven uw hoofdberoep?
Ja, ik mag mezelf gelukkig prijzen dat ik me op dit moment volledig kan concentreren op m’n schrijfwerkzaamheden en er niet iets anders naast hoef te doen.
 
Wordt u gelukkig van schrijven?
Haha. Goede vraag. Soms. Het schrijven zelf is altijd een gevecht, maar misschien geniet ik stiekem wel een beetje van dat lijden en heb ik dat ook nodig om te voelen dat ik iets zinvols doe. Meestal ben ik het gelukkigst als het af is, maar ook dan zie ik nog allerlei dingen die beter kunnen. Ik vind het moeilijk om trots op mezelf te zijn als ik iets geschreven heb, ik zou er meer van willen genieten. Als scenarist is het ook extra lastig, als jouw taak erop zit begint voor de gehele crew en cast pas het echte werk. 
 
Voor welke film bent u onlangs naar de bioscoop gegaan?
Ik heb net Once upon a time… in Hollywood van Tarantino gezien, een heerlijke film. Het blijft knap hoe hij entertainment en popcultuur tot filmkunst heeft verheven en op die manier een totaal eigen stijl heeft ontwikkeld. De film is een ode aan het Hollywood van de jaren zestig, een tijd van vrijheid waarin filmsterren bij wijze van spreken nog lifters oppikten langs de kant van de weg. Aan die periode kwam een eind door de moord van de Manson Family op Sharon Tate, die hangt dan ook als een donkere schaduw over het verhaal. Tarantino speelt briljant met ons collectieve geheugen, met filmfictie en realiteit, en zijn blik op (film)geweld. Verder moet ik maar niets verklappen.
 
Wat is het laatste toneelstuk dat u heeft gezien?
Ik was een tijdje geleden naar ‘Het jaar van de kreeft’ van Luk Perceval, naar de roman van Hugo Claus. Ik had de voorstelling al eerder gezien, niet in de laatste plaats omdat mijn vader erin speelt, maar was zo onder de indruk dat ik het graag nog eens wilde zien. Het is een prachtig verhaal over een vurige maar onmogelijke liefde tussen een oudere man en een getrouwde vrouw. Ze kunnen niet met en niet zonder elkaar. Het aantrekken en afstoten drijft hen, maar vooral hem, tot waanzin.
 
De voorstelling is heel fysiek en lichamelijk gemaakt, waardoor de liefde soms letterlijk een uitputtende dans wordt. Ik vind het altijd bewonderenswaardig om te zien hoe weinig middelen er in het theater nodig zijn om een verhaal te vertellen en een wereld op te roepen. De verbeeldingskracht van het publiek is zoveel groter dan je kan bevatten. Dat is iets waar we in film nog iets van kunnen leren denk ik. 
 
Weet u wat er momenteel aan Nederlands drama op televisie is te zien?
Ik ben er redelijk van op de hoogte maar eerlijk gezegd kijk ik weinig Nederlands drama omdat ik dan toch eerder voor een internationale serie kies. De laatste Nederlandse serie die ik gezien heb was Mocromaffia op Videoland, een rauwe serie over een tragische kettingreactie van wraak binnen de onderwereld in Amsterdam, waarin de criminelen steeds jonger worden, het geweld steeds extremer, en het geld steeds exponentieel groeit. Erg goed gemaakt door een groep jonge getalenteerde filmmakers en acteurs die laten zien dat een nieuwe generatie zich aandient.
 
Heeft u behalve schrijven nog andere bronnen van inkomsten?
Af en toe werp ik een dramaturgische blik op een project van iemand anders. Ik merk dat het soms fijn kan zijn om niet elke dag te schrijven. Als je dat een paar jaar doet raak je creatief uitgeput. Het voelt dan bevrijdend om kritisch en analytisch naar het werk van iemand anders te kijken en je feedback te geven zonder dat je vervolgens zelf weer achter je laptop moet gaan zitten om er weer een nieuwe versie uit te persen. In de toekomst zou ik mijn eigen schrijfwerk nog meer willen combineren met dramaturgie.
 
Welke film had u willen schrijven?
The square van Ruben Östlund. Ik had mezelf na de filmacademie voorgenomen om zoveel mogelijk meters te maken om op die manier beter te worden in het vak. Nu merk ik dat ik heel langzaam mijn eigen identiteit als schrijver begin te ontdekken, hoewel dat misschien ook iets is dat door de jaren heen kan veranderen. In Ruben Östlunds blik op menselijk gedrag, het gevecht tussen onze biologische driften en instincten enerzijds, en onze sociale normen en waarden anderzijds, herken ik vaak hoe ik zelf naar de wereld om me heen kijk. Ik vind Play persoonlijk een betere film van hem, maar omdat hij in The square sociologie combineerde met zwarte komedie, wat ook een beetje een guilty pleasure van mij is, was ik bij het zien van die film oprecht jaloers en een beetje boos dat hij iets had geschreven wat ik zelf had willen doen.
 
Wat is uw sterkste punt als schrijver?
Dat is een moeilijke vraag. Ik denk dat ik, wellicht door mijn studie psychologie, een sterke analytische blik heb. Dit komt vaak van pas als je een verhaal moet structureren om te zien wat je vertelt en hoe je dat doet. Maar eigenlijk zou je dit aan de mensen moeten vragen met wie ik werk.
 
Wat moet u als schrijver nog leren?
Mijn analytische kracht is ook mijn zwakte. Soms vergeet ik dat personages mensen zijn, en geen pionnen op mijn schaakbord. Of eigenlijk zijn personages weer een geheel schaakbord op zichzelf, beter gezegd. Ik merk dat ik de laatste jaren veel geleerd heb over verhaalstructuur, maar dat ik nog veel kan leren over de structuur binnen een scène, een gelaagde boog van een personage, en krachtige dialogen. Ik moet nog van alles leren denk ik, en als je nieuwsgierig blijft houdt dat ook nooit op.
 

Van wie heeft u het vak geleerd?
Op de filmacademie heb ik pas echt ontdekt wat scenarioschrijven inhield, maar uiteindelijk heb ik het meest geleerd van de mensen met wie ik tot nu toe heb gewerkt en van de projecten die ik tot nu toe heb gedaan. Tijdens het schrijven van De camera, met Viktor, hebben we bijvoorbeeld een film die ons inspireerde helemaal in beats uitgeschreven om te zien hoeveel verhaallijnen er waren, hoeveel stappen die bevatten en waar de belangrijke wendingen in het verhaal zaten. Zoals ik al eerder antwoordde, ik denk je dat je eigen nieuwsgierigheid de beste leerschool is.
 
Aan wie moet de Jeroen Scholten van Aschat-schrijfbokaal worden uitgereikt?
Ik zou me erg ongemakkelijk voelen als een bokaal mijn naam zou dragen. Elke schrijver verdient een bokaal omdat hij de moed heeft zichzelf tegenover een blanco pagina te positioneren.
 
Wilt u verder nog iets kwijt?
Ik sluit me volledig aan bij wat Martin van Waardenberg eerder schreef in deze rubriek. Er zou meer tijd en aandacht moeten komen voor het schrijven van een goed scenario, het is de basis voor een goede film. Als het niveau van de scenario’s omhoog gaat, zal het niveau van de films omhoog gaan, dat weet ik zeker.
 
Wij als schrijvers moeten de verantwoordelijkheid nemen om de lat hoger te leggen en die tijd en aandacht voor het script op te eisen, zelfs als de producent al tevreden is en er realiseringsgeld vanuit het fonds is toegekend moet je soms durven een spaak in het wiel te steken om ervoor te zorgen dat het script het niveau heeft dat je zelf voor ogen hebt. Geld zou daar natuurlijk bij helpen, maar ook en vooral: iets meer vaktechnische kennis bij de mensen die het script moeten lezen. Scenarioschrijven is geen magie, het is een ambacht.

Foto Jeroen Scholte van Aschat: Lauren Murphy

Wat zoek je?