Research doen is meer dan fact checken: het stimuleert de creativiteit

“Go to Nashville and see what’s up there”.  Dat was wat regisseur Robert Altman vroeg aan schrijfster Joan Tewkesbury. De plek fascineerde Altman. Nashville was de hoofdstad van de conservatieve staat Tennessee én van de countrymuziekindustrie. In Music City raakten politiek en muziek soms verknoopt. Tewkesbury ging drie dagen naar Nashville, begeleid door een paar insiders. Tijdens deze georganiseerde trip bezocht ze onder andere een opname van The Grand Ole Oprey, een legendarische radioshow en de burelen van auteursrechtenorganisatie ASCAP. Ook werd Tewkesbury meegezeuld naar het Country-Western museum, waar ze bijbels en haarspeldjes van bekende artiesten zag. ‘Bullshit’, vond ze. Volgens haar negeerden haar begeleiders alle vragen die buiten de ‘partijlijn’ vielen. Ze keerde terug met lege handen. 
 

En ook al kwam het later toch tot een film (daarover later meer), het was een beroerd begin. Misschien herkenbaar voor sommige schrijvers. Je investeert uren en kilometers en uiteindelijk gebruik je een fractie van al dat materiaal. Of niets. Was het wel nodig? Eén van de meest aangehaalde schrijversmotto’s is  ‘write what you know’. Als je dicht bij huis blijft, waarom zou je dan nog onderzoek doen? En: er is altijd nog het voorstellingsvermogen.

I’m too lazy to research”, zei Guillermo Arriaga (21 Grams, Babel) eens tijdens een lezing. En volgens hem is het ook onnodig. Babel (2006) speelt zich onder andere af in Marokko en Japan, landen die hij nooit heeft bezocht. Hij kent wat geitenherders in zijn geboorteland Mexico. “And I’m sure they behave the same as Moroccan goatherds’. Niemand valt erover. “Many Japanese and Moroccan people have told me, ‘Wow, did you really live in Morocco?’” Uit zijn uitspraken kun je opmaken dat hij research vooral ziet als een manier om feiten te checken. Maar er zijn ook genoeg voorbeelden bekend van schrijvers voor wie research meer is dan nagaan hoe een waswringer werkte. Je kunt ook de deur uitgaan…
 
1. …om verbazende details te vinden
 
Sommige mensen onderhouden contacten met rechercheurs én criminelen. Informanten bijvoorbeeld, of Vince Gilligan. Als showrunner van Breaking Bad (2008) is het altijd handig om te praten met (ex-)dealers, junkies, de narcoticabrigade, justitie, advocaten en artsen. Of gewoon mensen die verstand hebben van afvalverwerking. Gilligan houdt de geloofwaardigheid hoog in het vaandel, maar research leverde ook veel ideeën op. Zo weten de schrijvers inmiddels hoe je geld moet witwassen. In een autowasserij, want dan kun je met gemak beweren dat je honderd wagens hebt gewassen in plaats van tien. En het is nog een leuke locatie ook. Maar ook ogenschijnlijk saaie juridische kwesties leveren soms lekker drama op. Neem deze vraag: heeft de Amerikaanse politie een huiszoekingsbevel nodig voor het doorzoeken van een camper? Meestal niet. Een camper staat op wielen en wordt gezien als een voertuig. Maar de Amerikaanse wet zegt meer. Als een camper niet wordt gebruikt om in te reizen, maar dient als verblijfsplaats, dan heeft de politie wel degelijk een papiertje nodig. Het schrijfteam van Breaking Bad besloot deze vrij ambtelijke situatie dramatisch uit te buiten. Hoofdpersonen Walter en Jesse houden zich schuil in hun camper. Smeris Hank wil het voertuig doorzoeken en schuift al een koevoet in de naad van de deur. Dan verschijnt de eigenaar van de lap grond waarop de camper staat. “Got a warrant?” vraagt hij. Er ontspint zich een droogkomische dialoog waarin de agent zelf fijntjes wordt gewezen op de wet. Tijdens dit gesprek wordt steeds gesneden tussen buiten en binnen, waardoor je bij Walter en Jesse de spanning ziet groeien. Dit scènetje van zo’n tweeënhalve minuut heeft ruim 200.000 views op Youtube.

Ook Matthew Wiener, het brein achter Mad Men (2007) , is een bijna obsessieve onderzoeker. Omdat zijn serie speelt in de jaren vijftig, wordt nauwkeurig gekeken of de kleding, de inrichting maar vooral ook de mentaliteit voldoen aan het tijdsbeeld. Kloppen de man-vrouw verhoudingen? Hoe reageren personages op maatschappelijke verschuivingen? Of iets heel anders: als mensen in de jaren vijftig gingen picknicken, gooiden ze de etensresten en lege verpakkingen achteraf in een afvalbak? Nee, ze schudden gewoon het kleedje waarop ze zaten uit en lieten de rommel achter in de natuur. Inmiddels not done, maar dit fifties-gedrag is wel te zien in de serie. Door dit soort details maken Weiner en zijn team van het beeldscherm een tijdmachine met afstandsbediening.
 
2. …om een laag toe te voegen
 
Het blijft niet altijd bij details. Soms staan de research-gevoelige elementen veel meer op de voorgrond. Als wordt gekozen voor een hele specifiek setting komt er een laag bij. De film Witness (1985) had een redelijk standaard thriller kunnen worden, maar de schrijvers situeerden het verhaal in het milieu van de Amish, een gesloten geloofsgemeenschap. Door een harde detective te plaatsen tussen geweldloze boeren ontstaat een intrigerend contrast. Onderzoek helpt soms om het ontbrekende puzzelstukje te vinden. Zo wilde scenarist Robert Towne begin jaren zeventig een ouderwets detectiveverhaal schrijven: Chinatown  (1974). En liefst niet over een fictieve moord of de jacht op een kostbaar object, maar iets dat realistisch aanvoelde. De crimestories van legendarische schrijvers als Raymond Chandler speelden zich af in het Los Angeles van de  jaren dertig. Towne koos heel bewust voor dezelfde setting. Het duistere verleden van zijn eigen woonplaats leek hem een fascinerend vertrekpunt. Towne zocht nog naar een echte misdaadzaak om zijn plot mee vorm te geven. Nadat hij hoorde dat er bij hem in de buurt gerommeld werd met een bouwproject dacht hij meteen aan een corruptie-affaire. Ironisch genoeg vond hij de perfecte LA-zaak toen hij de stad uit was. Towne moest naar Oregon voor de opnamen van een andere film. Daar trof hij in een universiteitsbibliotheek een boek aan met de titel ‘Southern California: Island on the land’. Towne sloeg het open en vond een hoofdstuk dat zijn ogen opende. Aan het begin van de twintigste eeuw had Los Angeles water nodig om te groeien. De oplossing was om de nabij geleden Owens River via een aquaduct in verbinding te brengen met de stad. Eén probleem: ze hadden de waterrechten nodig van boeren die afhankelijk waren van de rivier. Het liep uit op een dubieus politiek steekspel waarbij de agrariërs onder valse voorwendselen hun rechten verloren. ‘Why not do a picture about a crime that’s right out in front of everybody’. Water dus. Towne dook er, figuurlijk, in, verwerkte talloze historische gegevens in de plot en gaf zo zijn crimestory een extra laag.
 
3. …om de juiste aanvliegroute te vinden
 
Bij adaptaties heeft een scenarist vaak niet genoeg aan alleen het bronmateriaal. In het geval van een boekbewerking doen veel schrijvers zelf nog veel onderzoek. Papier moet film worden, research fungeert daarbij soms als katalysator. Bij een boek dat gebaseerd is op een waar gebeurd verhaal, wordt research nog essentiëler. Een voorbeeld is Sully (2016). In 2009 maakte piloot Chesley ‘Sully’ Sullenberger een noodlanding in de rivier de Hudson. Deze gebeurtenis werd wereldnieuws en resulteerde in en stortvloed aan iconisch geworden foto’s van een drijvende airbus in het hart van New York. ‘The Miracle on the Hudson’ sprak tot de verbeelding. Daar zat een film in. Of toch niet? Producent Frank Marshall kocht de rechten van het boek dat Sullenberger zelf schreef, maar aanvankelijk hapte geen enkele filmstudio toe. Juist omdat het verhaal zo iconisch was, dacht iedereen het hele verhaal al te kennen. Bij een ontmoeting met Sullenberger vroeg Marshall: “Did anything else happen along the way?” Sully vertelde dat hij en z’n co-piloot af en toe twijfelden of ze wel het juiste hadden gedaan. Dit gevoel werd verstrekt door indringende verhoren van de luchtvaartautoriteiten die moesten nagaan of de mannen geen onacceptabele risico’s hadden genomen. Sullenberger moest in New York blijven, ver weg van z’n gezin. Terwijl de media hem uitriepen tot held, leek Sully zelf gebukt te gaan onder een soort posttraumatisch-stresssyndroom. Dit gegeven had hij buiten zijn boek gehouden, maar scenarioschrijver Todd Komarnicki, mocht het gebruiken. Zijn scenario springt heen en weer tussen de verhoren en het ongeluk. Het iconische verhaal werd ingebed in een nog onbekend verhaal.
 
4… om de balans te bewaken
 
Hoewel sommige recensenten Komarnicki’s aanpak prezen, was er ook veel kritiek. De film zou te eenzijdig zijn: kleine man Sully tegen de machtige overheid. Het is kritiek die vaker klinkt als een productie is gebaseerd op een waargebeurd verhaal of zich afspeelt in een precaire arena. Geëngageerde filmmakers als Oliver Stone of Ken Loach krijgen regelmatig het verwijt schematisch of propagandistisch te zijn. Dit was precies wat de Italiaanse regisseur Gillo Pontecorvo en zijn scenarist Franco Solinas wilden vermijden bij het maken van The Battle of Algiers (‘La battaglia di Algeri’, 1966), een initiatief van de Algerijn Saadi Yacef. Hij was op zoek naar links georiënteerde niet-Franse filmmakers, die een film wilden maken over de Algerijnse opstand tegen het Franse koloniale regiem. Yacef nam zelf ooit de wapens op tegen de Fransen en schreef daar een boekje over. Pontecorvo en Solinas lazen het, maar vonden het onbruikbaar en vooral propagandistisch. Hoewel ze sympathie voelden voor de Algerijnen zochten ze naar een neutraal perspectief. De twee begonnen aan een eigen onderzoek dat zes maanden duurde. Ze bestudeerden journaalbeelden, foto’s en doken in politiearchieven. Daarnaast hielden ze vooral veel interviews, volgens sommige bronnen zelfs duizenden. Ze bevroegen bewust niet alleen Algerijnse vrijheidsstrijders, maar reisden ook af naar Parijs. Daar spraken ze met Franse militairen die gediend hadden tijdens de onafhankelijkheidsstrijd. “I am on the side of the Arabs”, zei Pontecorvo in 1969 tegen de New York Times. “But I feel compassionate for the French even if historically they were at fault. I do not say the French were bad, only that they were wrong.”  Nog steeds wordt deze gefictionaliseerde film door zowel door filmwetenschappers als experts op het gebied van oorlogsvoering en terrorisme gewaardeerd vanwege het realistische en evenwichtige portret van de strijd.
 
5… om een heel project te vinden
 
Terug naar Nashville. 
 
Robert Altman wilde nog steeds een film maken over de muziekstad. Joan Tewkesbury keerde toch weer terug naar Tennessee. Net als Pontecorvo en Solinas besloot ze onder eigen voorwaarden te werken. Dat hield in: leven in Nashville. Door te schermen met de namen van de mensen die haar eerder hadden rondgeleid, wist ze nu opnamestudio’s binnen te dringen. Ze vroeg de studiotechnici naar een bar waar ze de beste muziek kon horen: in de Exit/In. Daar nam ze plaats met haar notitieblok en keek rond. Veel rook, veel drank, hier en daar drugs. Bobo’s van platenmaatschappijen mengden zich met jonge muzikanten en bezoekers die alleen vertier zochten. Eigenlijk was de hele tent gevuld met personages. Sommige koppen had ze eerder gezien. Zittend aan een tafeltje achterin realiseerde Tewkesbury zich dat ze haar film had gevonden. Nashville was een relatief kleine stad, gebouwd in een ronde vorm. Hierdoor kwam je mensen tegen die je in het hotel zag bij het ontbijt, later op straat en daarna in de Exit/In. Als ze van het verhaal nou eens ’n soap opera maakte, met talloze karakters die elkaar steeds weer tegen het lijf liepen… Tewkesbury besloot alles wat ze zag te rangschikken in één groot mozaïek, waarin sterren en gewone mensen dwars door elkaar liepen. In haar hotelkamer zette ze zich achter een typemachine en begon haar indrukken in kaart te brengen. En ze belde Altman: “Your movie is in here somewehre”. Die film heette uiteraard Nashville (1975).
 
Haar trip inspireerde haar tot de volledige opzet van de film. Ergens naar toe gaan en dan wel (of niet) thuiskomen met materiaal, het is een intensieve, soms zelfs kostbare werkwijze. Maar ook een legitieme. Write what you know kan immers ook slaan op iets dat je net hebt leren kennen.
 
Bronnen:
http://www.bafta.org/film/features/guillermo-arriaga-screenwriters-lecture
https://www.youtube.com/watch?v=liF9O71b4yg
http://www.hollywoodreporter.com/video/sully-producer-frank-marshall-developed-story-no-one-knew-oscar-producer-roundtable-943190
 
Artikelen:
https://www.fastcocreate.com/3016518/better-chemistry-through-research-how-writers-make-breaking-bad-so-uncomfortably-real
http://thehollywoodinterview.blogspot.nl/2009/10/robert-towne-hollywood-interview.html
https://thirdcinema.wordpress.com/2011/11/29/the-battle-of-algiers/
 
Boek:
‘The Nashvile Chronicles, the making of Robert Altman’s Nashville’, Jan Stuart, 2000.

Wat zoek je?