Hoorzitting collectief onderhandelen

De Nederlandse verenigingen van Journalisten (NVJ) en van Fotografen (NVF) organiseren in samenwerking met de Auteursbond, Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers (BNO), Kunstenbond DAMD, Dutch Photographers (DuPho), Lira en Pictoright op donderdag 1 februari in Nieuwspoort een hoorzitting over de uitkomsten van het onderzoek naar de onderhandelingspositie van freelancers.

Volgens berichten van de Auteursbond en op de NVJ-site is minister van OCW, Ingrid van Engelshoven, “voortvarend aan de slag gegaan en wil [ze] collectief onderhandelen in de creatieve sector mogelijk maken. Ze gaat het ‘wettelijk regelen’.

Mocht dit haar lukken dan betekent dit een doorbraak voor zzp’ers die in één klap een betere onderhandelingspositie krijgen. Hoeveel steun heeft zij van andere politici? Politici kunnen het falen van de markt aanpakken door adviestarieven toe te staan en collectief onderhandelen mogelijk te maken. Maar willen ze dat ook? Politici worden aan de tand gevoeld door Max van Weezel, een van de bekendste politieke journalisten in Nederland. Dit alles na presentatie van het jaarlijkse brancheonderzoek ‘Monitor Freelancers en Media 2017’.  

Kernonderwerpen van de ‘Pyrrhula Monitor Freelancers en Media 2017’ zijn de tarieven, auteursrechten en onderhandelingsruimte van freelancers die voor de media werken. Deze monitor wil een vinger aan de pols houden en zien hoe tarieven en vergoedingen zich ontwikkelen en of de onderhandelingspositie van freelance makers is toe- of afgenomen. Net als in 2016 zoomen we ook nu extra in op de tarieven die de grotere mediaorganisaties betalen aan freelance makers.”

Een wettelijke regeling voor verplicht collectief beheer is al jaren een vurige wens van Lira, de collectieve beheersorganisatie (CBO) voor scenarioschrijvers, en van het Platform Audiovisuele Makers PAM – waarvan Lira deel uitmaakt. In een door het Ministerie van Justitie en Veiligheid gevraagde tussenevaluatie van de Wet Auteurscontractenrecht van 2015, schreef PAM-voorzitter Lintmeijer eind december 2017:

“De Wet auteurscontractenrecht biedt filmmakers nog onvoldoende houvast om de rechten die de nieuwe regeling hen biedt daadwerkelijk ten opzichte van de exploitant uit te kunnen oefenen en mee te kunnen delen in de omzet en opbrengsten van hun werk. (…) Op grond van artikel 45d lid 1 Aw is de producent een billijke vergoeding aan de maker verschuldigd voor de overdracht van rechten en de exploitatie van het filmwerk. (…) in de praktijk komt er van de betaling van die billijke vergoedingen nog altijd bitter weinig terecht. (…)

Met betrekking tot uitzending en kabeldoorgifte heeft de wetgever deze onmogelijkheid voor filmmakers om een billijke vergoeding te effectueren opgelost door in artikel 45d lid 2 van de Wet auteurscontractenrecht de incasso van de proportionele billijke vergoeding onder verplicht collectief beheer te brengen. Als gevolg hiervan kunnen de CBO’s van de filmmakers hierover afspraken maken met distributeurs van televisiekanalen. (…) Deze regeling in artikel 45d lid 2 Aw blijkt (…)  te werken voor de hoofdmakers. Het is dan ook lastig te begrijpen waarom de wetgever ervoor gekozen heeft om andere belangrijke en groeiende exploitatievormen, zoals bioscoopvertoning en video-on-demand (VOD) niet in deze wettelijke regeling mee te nemen (…).

Een consequentie van het gebrek aan een wettelijke back-up is dat bijna elke regeling tot stand komt door tussenkomst van de rechter of door onafhankelijke arbitrage. Dat maakt regelingen omslachtig en duur. Daarnaast is de toekomstbestendigheid van de vrijwillige collectieve regeling niet gewaarborgd; de filmmakers blijven afhankelijk van de goodwill van de exploitanten. Om te waarborgen dat filmmakers meedelen in de opbrengsten van hun werk, dient het wettelijke verplichte collectief beheer van de billijke vergoedingen voor filmmakers uitgebreid te worden tot alle exploitaties, dus óók voor VOD en bioscoopvertoning.”.”

Wat zoek je?